Voor drie dagen naar JawJaw

14 oktober 2016 - Paramaribo, Suriname

We vertrekken vanmorgen al om acht uur voor onze tocht naar JawJaw met onderweg een bezoek aan de Bronsberg. Het busje dat ons vandaag ophaalt zit al aardig vol want er zit ook al een kok in die in JawJaw voor ons zal gaan koken, mevrouw Meevis. Verder hebben we allerlei spullen bij ons om te koken, en veel eten want daar ter plaatse is niets. Onderweg naar de Bronsberg stoppen we voor een sanitaire ontspanning bij een supermarktje en om daar nog wat inkopen te doen, zoals ijs die bij ons drinken kan, want er is natuurlijk geen koelkast. Dan rijden we door naar de top van de Bronsberg via een weggetje waar je geen tegenliggers moet krijgen want het is er erg smal, bergachtig en ongelijk. We komen goed boven en daar krijgen we nog even iets lekkers te eten en iets te drinken, we nemen natuurlijk ook flesjes water mee want het is warm hierboven. Hier lopen voor ons ook al enkele dieren rond die voor ons nieuw zijn, een soort van boshaas en een hoender met hele mooi kleuren. Dan maken we onze eerste tocht naar een mooi uitkijk punt waar een mooi uitzicht is over het Brokopondomeer. Het stuwmeer wat Suriname van stroom moet voorzien. In het meer zie je heel veel takken boven het water uitsteken, dat zijn de bomen die in de dorpjes stonden die onder water zijn verdwenen toen de dam in gebruik werd genomen. Deze dorpen, bossen en alles wat er bij hoorde zijn nu onder water en de mensen zijn geëvacueerd. Na dit mooie uitzicht gaan we een andere route lopen, naar de Leo Fall. Een waterval, die we kunnen bereiken via smalle paadjes die door het oerwoud slingeren en klimmen. Soms best wel moeilijk begaanbare klimmetjes of dalingen brengen ons door prachtig gebied bij de waterval, die helaas deze periode van het jaar niet heel veel water geeft, maar wel prachtig is om te zien. Op de terugweg vinden we in de toppen van de hoge bomen nog een familie brulaap die zich aan het verplaatsen is. Redelijk te volgen maar te ver weg om foto’s van te maken. Verder is er overal veel te zien, mooie planten, bomen en kleine diertjes. Vlinders fladderen er rond, groot en klein en in de mooiste kleuren. Harvey verteld ons over de verschillende planten en de medicinale werking van veel van deze planten.

Na zo’n drie uur klauteren, klimmen en wandelen, komen we weer bij ons vertrekpunt waar de lunch op ons staat te wachten, niet echt geweldig, want volgens mij wacht het al een paar dagen. Taaie droge kip met opgewarmde nasi. Ik hoop dat mevrouw Meevis vanavond beter kookt. Na de lunch stappen we weer in de bus en rijden zo’n anderhalf uur verder om daar in een korjaal te stappen met al onze bagage. Met de boot varen we in 45 minuten door een prachtig groen landschap naar het dorpje JawJaw waar we onze intrek nemen in de huisjes van vakantieoord Djamaika. Kamers die niet echt luxe zijn. Een bed met daarover heen een klamboe en een toilet en douche zonder warm water, meer is er niet. Stroom is er ’s avonds van 7 tot 11. Verder ben je aangewezen op je zaklamp. De omgeving is wel prachtig, mooi uitzicht op de rivier met veel rotsen en een bevolking die hierin en om leeft. De hele dag zijn er mensen bezig met de was, vaat, zichzelf wassen, eten klaarmaken, vissen en kinderen die er spelen. Ook wij zoeken een plaatsje in de rivier, niet echt verkoelend, want het water is er warm, is schat toch een graad of 30-35. Maar je kan zo alles wat er gebeurd mooi volgen. Er vliegen vlinders rond in allerlei kleuren, hagedissen en ander wild gedierte. We maken hier veel foto’s maar helaas zonder de bevolking er op te zetten, want dat mag hier niet, hier heerst nog zo’n bijgeloof dat als je de mensen op de foto zet dat je ze dan hun geest af neemt. Dat moeten we dan maar zo houden, helaas want er lopen mooie mensen rond. Rond zeven uur is ons eten klaar, vanavond eten we iets wat je hier niet zou verwachten, erwtensoep met rijst. Iets anders klaargemaakt als dat wij gewent zijn maar het smaakt prima. Na het eten leert Harvey ons Surinaams kaarten.

Foto’s